Page 22 - Inkijkexemplaar-Ecommerce-niveau-2
P. 22

4                                        E-commerce in de praktijk







               Vragen en opdrachten


               Opdracht 1 - De aankoop van de producten door Jim en Anita
              Inkijkexemplaar
               a.  Van welke oplossing maken Jim en Anita gebruik bij de in- en verkoop van producten?


               b.  Waar wordt de voorraad van Jim en Anita bewaard?
                   Is dat in een eigen magazijn of op ergens anders? Motiveer je antwoord.


               c.  Lopen Jim en Anita risico over de voorraad caps? Leg dit uit.

               d.  Welke informatie hebben Jim en anita nodig van de toeleverancier?


               e.  Teken een handelskolom met daarin de verschillende schakels voor de situatie van Jim
                   en Anita.
                   Weet je even niet wat een handelskolom is, zoek dit dan op via internet. Geef in de
                   handelskolom ook aan hoe de goederenstroom, geldstroom en informatiestroom loopt
                   via de verschillende schakels. Hiervoor gebruik je pijlen in verschillende kleuren en
                   geeft daarbij aan wat elke kleur betekent.




               Opdracht 2 - Het assortiment van Jim en Anita

               Een assortiment is opgebouwd uit verschillende artikelen. In het boek is dit in een schema
               weergeven. Dit doen we om overzicht te krijgen over ons assortiment. Naast de term assor-
               timent spreken we nog over een aantal andere termen. Zet de onderstaande termen in de
               goede volgorde van het hoogste niveau tot het fijnste niveau:
               •  Assortiment
               •  Product
               •  Productvariant (of artikel)
               •  Artikelgroep


               1.  ………………………………………….
               2.  ………………………………………….
               3.  ………………………………………….
               4.  ………………………………………….




               Opdracht 3 - Artikelinformatie


               Elk artikel is uniek. Dat betekent dat ieder artikel eigenschappen heeft die net weer anders zijn
               dan andere artikelen. Soms zijn de verschillen wel heel klein. Jim en Anita gaan caps verkopen.









             32
   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27